Joseph Roselaar
Joseph Roselaar is zeventien als hij in 1906 klaar is met zijn opleiding tot briljantslijper. Joseph woont op de Nieuwe Prinsengracht. Hij is de zoon van Salomon Roselaar, briljantslijpersknecht.
De broer van Joseph, Hijman, wordt ook opgeleid tot briljantslijper maar die houdt het na vijf jaar in het vak voor gezien. In 1908 wordt Joseph lid van de ANDB. Hij betaalt trouw contributie en krijgt daar ook veel voor terug: als hij werkloos is krijgt hij een uitkering van de bond. In 1915 trouwt Joseph met Marianne Theeboom en ze krijgen twee dochters: Sophie en Eva. Eva herinnert zich in 2012:
“Hij heeft daar goed zijn geld mee kunnen verdienen. In de periode van de jaren twintig en daarna was hij regelmatig werkloos. Hij kreeg dan via de vakbond ANDB een uitkering. Vader moest dan op vrijdagmiddag naar de Plantage Franselaan, naar De Bond, om een stempeltje te halen. Met dat stempeltje moest hij naar een ander loket waar hij zijn uitkering van negen gulden kreeg. Negen gulden steun was voor die tijd nog niet eens zo slecht. Hij kreeg deze steun vanwege zijn lidmaatschap van de ANDB. Hij was al jaren lid. De lengte van de steun was afhankelijk van de lengte van het lidmaatschap.”
Op de achterkant van de Jospeh’s lidmaatschapskaart zien we hoeveel en hoe vaak hij steun krijgt van de ANDB.
In 1942 moet de joodse Joseph Roselaar verplicht over naar de joodse vakbond Betsalel: joden mogen op last van de Duitse bezetter geen lid meer zijn van ‘algemene’ organisaties. De ANDB is dan allang onder NSB bewind gesteld. Joseph werkt door tot augustus 1942. Onderaan zijn laatste loonkaart staat ‘kaart niet ingeleverd’. Op 6 augustus is Joseph Roselaar gearresteerd, naar Westerbork getransporteerd en op 30 september 1942 is hij in Auschwitz vermoord.